Reptielenonderzoek / 3e ontdekking van een nieuwe soort tijdens een Exo Terra expeditie
To view this content, JavaScript must be enabled, and you need the latest version of the Adobe Flash Player.
Download the free Flash Player now!>
Voor de derde maal werd tijdens een Exo Terra Expeditie een nieuwe reptielensoort ontdekt. De laatste expeditie leverde voor de wetenschap een volkomen nieuwe soort op! Het dier werd ontdekt in de omgeving van de Ngozikrater in het Porotogebergte. De soort werd genoemd naar de Exo Terra manager Emmanuel Van Heygen en werd beschreven in het Duitse herpetologische tijdschrift “Sauria” door Petr Nečas.
Een samenvatting:
Een nieuwe kameleon van het genus Kinyongia TILBURY, TOLLEY & BRANCH 2006 van het Porotogebergte, zuidelijk Tanzania (Reptilia: Sauria: Chamaeleonidae)
Petr Nečas
Kinyongia vanheygeni
Holotype:
ZFMK 88383, halfvolwassen man, verzameld door inlandse boeren, in de lente van 2005, in het Poroto Gebergte, in zuidelijk Tanzania, ong. 9°0’Z, 33°45’O.
Paratypes:
Geen.
Vergelijkend materiaal:
1. Mondelinge beschrijving (Nagy in verb.)
2. Fotografische vaststelling van een volwassen dier door Emmanuel Van Heygen, in November 2008, in het Ngoziwoud (9°1’39.87”Z, 33°33’54.21O), in het Porotogebergte, in zuidelijk Tanzania.
Diagnose:
Totale lengte ongeveer 15 cm; de staart is merkelijk langer dan de romplengte; de beschubbing van het lichaam is licht heterogeen, is homogeen op de poten en staart; het hoofd is relatief lang, met een duidelijke helm die zich pas na de oogkas door een gewelfde parietaalkam duidelijk verhoogt en tot voorbij het begin van de rug reikt; boven de mondspits bevindt zich een neusverlengstuk, met op de bovenzijde twee parallelle overlangse rijen van 3 vergrote conische schubben, waardoor deze soort zich onderscheidt van alle andere gekende Kinyongia soorten.
Beschrijving van het holotype:
TL of totale lengte 128 mm, Taill. of staart (mist de punt) 67 mm, SVL of kop + romp lengte 61 mm; de beschubbing van het lichaam is subheterogeen, de schubben op de flank zijn relatief klein, rond, subhomogeen, en gerangschikt in ronde tot ovale perkjes van 8-12 stuks elk; deze veldjes zijn met regelmaat gerangschikt, en gescheiden door brede zones van tussenschubbenhuid die een netpatroon vormen; de schubben op de poten, de staart en de keel zijn homogeen, met schubben op de poten die groter zijn dan op de flanken, en die op de voorpoten zijn lichtjes groter dan die op de achterpoten. De schubben op de onderzijde van de staart zijn vierkantig, schuin gerangschikt; de keelschubben zijn homogeen gerangschikt in rijen in de lengte, gescheiden door 5-6 zones van tussenschubhuid; geen rugkam, enkel een dubbele rij gelijkvormige rugschubben; geen keel- of buikkam; de kop is 11 mm breed, 2,33 maal langer dan breed, met een middelmatig hoge helm (voor metingen zie Tabel 1); geen achterhoofdlobben; de parietaalkam is aanvankelijk laag, en verhoogt pas halfweg tussen de oogkassen en de top van de helm, hij is bedekt met grotere zijdelings samengedrukte schubben, die 3,2 mm boven de rug uitsteken; de helm en de slaapstreek bezit vele vergrote afgeplatte schubben; de kam is zijdelings bedekt met grotere wratachtige schubben; de canthi rostralis komen samen boven de muilpunt en vormen een hoorn, die duidelijk verder reikt dan de muilpunt (ong. 2,5 mm); de canthi rostrales vloeien niet in elkaar, maar eindigen elk in een conische schub, zodat tussen beide een concave opening ontstaat; een rostrale hoorn met 2 dorsale parallelle lengterijen van 3 vergrote conische schubben elk, vanuit het zijaanzicht ziet de bovenrand er gekarteld uit; de oogleden hebben homogene, kleine schubben; het neusgat bevindt zich halfweg de voorste rand van de oogkas en de mondpunt; een temporaalkam is zoals bij alle Kinyongia afwezig.
Tabel 1
* De metingen zijn gedaan aan de hand van de beschikbare foto’s en uitgerekend op basis van de gekende SVL = kop + romplengte (66 mm);
** Staartpunt ontbreekt
Etymologie:
Genoemd naar Emmanuel Van Heygen uit België die de eerste beelden maakte van deze nieuwe soort in het wild.
Kleuren in leven:
Zie afbeeldingen.
Vergelijkingen:
Zie Tabel 2.
Biologie:
Niet gekend.
Verspreiding:
Niet gekend buiten de type localiteit, maar vermoedelijk erg beperkt.
Bedreiging:
Vernietiging van zijn natuurlijke habitat.
Kortstbijzijnde bekende plaats van een geslachtsgenoot uit hetzelfde genus:
Ca. 350 km ONO, in Udzungwe (K. Oxyrhina).
Cladistieke verwantschap:
Niet onderzocht; zijn beperkte afmetingen zouden op een verwantschap met K. tenuis en K. oxyrhina kunnen wijzen (zie tabel 2), en de vorm van de rostrale hoorn op een verwantschap met K. uthmoelleri (zie tabel 2); De vorm van de rostrale hoorn kan ook een evolutionair stadium zijn, zoals die voorkomt bij juveniele mannen van K. boehmei.
Tabel 2: Diagnostische kenmerken van Kinyongia vanheygeni n. sp. vergeleken met alle andere gekende leden van het genus Kinyongia (enkel volwassen man).
